Week rond de programmawet, Over payroll services
Hervorming van de werkloosheidsuitkeringen
Wij verwijzen naar ons artikel d.d. 1 augustus 2025 waarin we de nieuwe maatregelen van de Programmawet kort toegelicht hebben.
In huidig artikel gaan we dieper in op de hervormingen van de werkloosheidsreglementering. Het ontwerp van programmawet over de hervorming van de werkloosheidsreglementering werd op 29 juli 2025 in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd.
Wat houden de hervormingen van de werkloosheids- en inschakelingsuitkeringen in?
De regering heeft beslist om:
Het recht op volledige werkloosheidsuitkeringen voortaan te beperken tot maximum 24 maanden. Dat recht omvat een basisperiode van 12 maanden, waarbij maximum 12 extra maanden kunnen komen, afhankelijk van het beroepsverleden.
Het recht op inschakelingsuitkeringen te beperken tot een periode van maximum 1 jaar.
De toegangsvoorwaarden voor zowel de volledige werkloosheid als de inschakelingsuitkeringen vanaf 1 maart 2026 te wijzigen.
Wat ligt aan de basis voor de hervorming in de werkloosheidsreglementering?
De hervorming van de bestaande werkloosheidsreglementering was/ is essentieel om de dynamiek van de moderne arbeidsmarkt te versterken, de strijd aan te binden met inactiviteitsvallen, werklozen te stimuleren om sneller terug aan het werk te gaan en beter in te spelen op de concrete behoeften van de werkgevers ten aanzien van het tekort aan arbeidskrachten.
Hoelang kunnen werklozen nog werkloosheidsuitkeringen krijgen?
De maximale duur van de uitkering is 24 maanden.
Als de werknemer voldoet aan de toelaatbaarheidsvoorwaarden voor een werkloosheidsuitkering (met name de wachttijd van 312 dagen), heeft hij recht op uitkeringen gedurende een eerste vergoedingsperiode van 12 maanden.
Een tweede vergoedingsperiode van maximaal 12 maanden wordt toegekend op voorwaarde dat de werknemer bijkomende arbeidsperiodes heeft bovenop de periode van 312 dagen.
Elke periode van 4 maanden beroepsloopbaan geeft recht op een extra maand werkloosheidsuitkeringen.
Hieronder enkele voorbeelden ter verduidelijking:
Een werknemer begint zijn beroepsloopbaan op 01/01/2026. Hij werkt voltijds en heeft een contract van bepaalde duur van 01/01/2026 tot 01/03/2027 (14 maanden). Bij afloop van zijn contract van bepaalde duur, heeft hij maximum 12 maanden recht op werkloosheidsuitkeringen.
Een werknemer begint op 01/01/2026 voltijds te werken met een contract van onbepaalde duur. Zijn contract eindigt op 31/12/2029 (sluiting van de onderneming).Het recht op werkloosheidsuitkeringen wordt toegekend voor 12 maanden (eerste vergoedingsperiode op basis van 312 gewerkte dagen in 2026). Daarna zal hij nog 9 maanden uitkeringen kunnen ontvangen (9 periodes van 4 maanden tussen 01/01/2027 en 31/12/2029).
Een werknemer begint zijn beroepsloopbaan op 01/01/2026. Hij werkt voltijds vanaf 01/01/2026. Zijn contract eindigt op 31/12/2031 (afschaffing van de functie).Het recht op werkloosheidsuitkeringen wordt toegekend voor 12 maanden (eerste vergoedingsperiode op basis van 312 gewerkte dagen in 2026). Daarna zal hij nog 12 maanden uitkeringen kunnen ontvangen (12 periodes van 4 maanden tussen 01/01/2027 en 31/12/2030).
Wat is de timing voor de uitvoering van de hervorming?
De nieuwe reglementering wordt van kracht op 1 maart 2026. Voor wie vanaf dan voor het eerst werkloos wordt, is het recht op uitkeringen beperkt in de tijd (max. 24 maanden), op basis van het opgebouwde beroepsverleden.
Er zijn overgangsmaatregelen voorzien voor personen die een werkloosheidsuitkering ontvangen op 30 juni 2025 (alsook voor nieuwe aanvragen tussen 1 juli 2025 en 28 februari 2026).
Het einde van het recht op uitkeringen zal in verschillende fases verlopen afhankelijk van de concrete situatie van de werkzoekende.
Werkzoekenden met inschakelingsuitkeringen die hun recht op uitkeringen ten laatste op 1 januari 2025 hebben geopend.
Werkzoekenden in de derde vergoedingsperiode (forfaitair bedrag) en die tijdens hun loopbaan ten minste 20 jaar volledig werkloos zijn geweest.
Werkzoekenden in de derde vergoedingsperiode (forfaitaire uitkering) en die tijdens hun loopbaan tussen 8 en 20 jaar volledig werkloos zijn geweest.
Werkzoekenden in de derde vergoedingsperiode (forfaitaire uitkering) en die tijdens hun loopbaan minder dan 8 jaar werkloos zijn geweest.
Werkzoekenden in de tweede vergoedingsperiode.
Werkzoekenden in de eerste vergoedingsperiode die minder dan 5 jaar beroepsverleden hebben. Afhankelijk van het beroepsverleden, eindigt het recht op uitkeringen tussen 1 juli 2026 en 1 juli 2027.
Werkzoekenden in de eerste vergoedingsperiode met een beroepsverleden van minstens 5 jaar.
Zijn er uitzonderingen voorzien?
Voor de hierna opgesomde werkzoekenden zal de beperking in de tijd niet van toepassing zijn:
Werkzoekenden met een beschermingsuitkering.
Werkzoekenden met kunstwerkuitkeringen of ex-kunstwerkers die onder het vangnet vallen.
Erkende havenarbeiders, zeevissers, vislossers en vissorteerders.
Werkzoekenden die onder het stelsel met bedrijfstoeslag (SWT) vallen.
Werkzoekenden ouder dan 55 jaar met meer dan 30 jaar beroepsverleden; het vereiste beroepsverleden wordt vanaf 2026 elk jaar met een jaar verhoogd, tot er vanaf 2030 een voorwaarde van 35 jaar beroepsverleden zal zijn.
Mindervalide werknemers die sedert 1 juli 2004 met behoud van het recht op uitkeringen ononderbroken zijn tewerkgesteld in een maatwerkbedrijf.
Voor 2 categorieën is in een tijdelijk behoud van het recht op uitkeringen voorzien:
Werklozen die voor 1 januari 2026 zijn gestart met een opleiding in een knelpuntberoep en die zijn vrijgesteld van de beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt, kunnen het recht op uitkeringen voor de duur van de opleiding en voor zover de vrijstelling tijdens de opleiding toegekend blijft, behouden.
Deeltijdse werknemers die op het ogenblik waarop het recht eindigt een inkomensgarantie-uitkering genieten, kunnen het recht op deze inkomensgarantie-uitkering behouden voor de verdere ononderbroken duur van de deeltijdse tewerkstelling indien deze tewerkstelling minstens halftijds is en blijft.
Is er een financieel vangnet?
Hoewel de maximale duur van de werkloosheidsuitkeringen wordt beperkt, betekent dit niet dat werklozen hun sociale bescherming verliezen.
Wanneer zij hun recht op uitkering verliezen, kunnen zij een beroep doen op het leefloon via het OCMW. Dit leefloon bedraagt ongeveer hetzelfde bedrag als de vroegere derde uitkeringsperiode. Om de OCMW’s te ondersteunen bij deze taak, wordt extra financiering voorzien.
Hoe worden de sociaal verzekerden op de hoogte gebracht?
Vanaf midden september 2025 wordt gestart met het versturen van een persoonlijke brief naar de werkzoekenden voor wie de hervorming een invloed zal hebben.
Deze brieven worden stap voor stap verstuurd, in verschillende golven gespreid over meerdere maanden.
De werkzoekenden hoeven niet meteen iets te doen.
Ze krijgen automatisch een brief als de wijzigingen voor hen van toepassing zijn.
Wie in de overgangsfase een nieuwe uitkeringsaanvraag doet, zal meteen een einddatum van het recht krijgen.
Worden de bestaande werkloosheidsbedragen behouden?
Neen, de hervorming voorziet in een stijging van de bedragen in de eerste maanden van de werkloosheidsperiode.
De minimumuitkeringen worden de eerste 6 maanden met 10% verhoogd.
De loonplafonds worden verhoogd met 750 EUR tijdens de eerste 3 maanden (met een vergoedingspercentage van 65%), vervolgens met 500 EUR tijdens de maanden 4 tot 6 (vergoedingspercentage van 60%).
Voor de maanden 7 tot 12 blijft het vergoedingspercentage 60%.
Tijdens de tweede vergoedingsperiode (vanaf de 13e maand) heeft de werkloze recht op een forfaitair bedrag.
Wat zijn de toelaatbaarheidsvoorwaarden?
Het recht op werkloosheidsuitkeringen kan enkel worden toegekend als de werknemer 312 arbeidsdagen of gelijkgestelde dagen kan bewijzen in een referteperiode van 36 maanden, ongeacht zijn leeftijd.
Deze referteperiode van 36 maanden wordt verlengd met bepaalde vergoede schorsingen (arbeidsongeschiktheid, arbeidsongeval, tijdskrediet en thematisch verlof, voorlopige hechtenis).
De volgende periodes worden gelijkgesteld met arbeidsperiodes: vakantiedagen gedekt door vakantiegeld, feestdagen, periodes van gewaarborgd loon, inhaalrustdagen, moederschapsrust, vaderschapsverlof, adoptieverlof, dagen van arbeidsverbod in de zin van artikel 39, lid 2 van de Arbeidswet (moederschapsrust), dagen tijdelijke werkloosheid, staking, lock-out, dagen van uitoefening van de functie van rechter in sociale zaken, dagen afwezigheid van het werk om pleegzorgen te verstrekken.
Kunnen er werkloosheidsuitkeringen worden toegekend als de werknemer zelf weggaat?
Vanaf 1 januari 2026 wordt het mogelijk om één keer tijdens de volledige loopbaan ontslag te nemen en tegelijk aanspraak te maken op een werkloosheidsuitkering voor een beperkte periode van maximaal zes maanden.
Dat kan twaalf maanden worden voor werknemers die de eerste drie van die zes maanden een opleiding voor een knelpuntberoep gestart zijn én succesvol volbrengen.
De medewerker moet op het ogenblik van de aanvraag van de werkloosheid een beroepsverleden van minstens 3.120 arbeidsdagen en gelijkgestelde dagen kunnen aantonen.
Gerelateerd nieuws
Toon alleBlijf op de hoogte
Ben je graag mee met wat er bij Daenens Payroll Services leeft?Laat je e-mailadres dan achter en we delen ons nieuws met je.