Een einde aan de arbeidsovereenkomst
Vrijstelling sociaal passief in kader van eenheidsstatuut
Een werknemer ontslaan, kan een fikse ontslagkost met zich meebrengen. Door de invoering van het eenheidsstatuut zijn de kosten voor een arbeider of lagere bediende na 5 jaar anciënniteit nog hoger geworden. Om die hogere kost op te vangen werd een fiscale vrijstelling voor sociaal passief ingevoerd ten gunste van de werkgevers.
Het sociaal passief eenheidsstatuut
Op 1 januari 2014 werd het eenheidsstatuut ingevoerd. Door het statuut werd de regelgeving omtrent de opzegtermijnen voor arbeiders en bedienden gelijkgetrokken. Dit heeft geleid tot langere opzegtermijnen en hogere ontslagkosten.
Om dit te compenseren, heeft de overheid beslist om een vrijstelling van de belasting in te voeren voor ondernemingen die een reserve aanleggen om de ontslagkosten te dragen.
Toepassingsgebied
Werkgevers
De vrijstelling is geldig voor zelfstandigen, vrije beroepen en vennootschappen. VZW’s die onder de rechtspersonenbelasting vallen, kunnen geen aanspraak maken op de fiscale vrijstelling.
Werknemers
De vrijstelling kan worden toegepast op:
Alle werknemers die minstens 5 jaar ononderbroken in dienst zijn bij de betreffende werkgever na 1 januari 2014;
Zowel arbeiders als bedienden in eender welke arbeidsregeling;
Bedrijfsleiders die verloond en tewerkgesteld worden als werknemer in kader van een arbeidscontract, als ze aan alle voorwaarden voldoen.
Meewerkende echtgenoten komen niet in aanmerking.
Hoe werkt het?
Als werkgever kan u voor elke werknemer die minstens vijf jaar in dienst is sinds 1 januari 2014, een bepaald deel van je winst en inkomsten aftrekken. De reserve die u zo aanlegt, is vrijgesteld van belastingen voor alle werknemers, ongeacht hun loon. Het is die reserve dat gebruikt zal worden voor de gedeeltelijke financiering van de kosten voor het ontslag van de werknemer.
Bij het verbreken van de overeenkomst
De vrijstelling van het sociaal tarief is tijdelijk. Wanneer de werknemer voor wie de vrijstelling van sociaal passief van toepassing is, de onderneming verlaat, dan stopt de belastingvrijstelling. Het totale bedrag dat dan is vrijgesteld voor die werknemer moet in het boekjaar waarin de werknemer de onderneming verlaat, opgeteld worden bij de winsten en baten.
Als werkgever zal u dus op dat moment de belasting betalen die u de voorgaande jaren niet heeft betaald. Maar de reserve die u heeft opgebouwd, kan u in mindering brengen van de ontslagkosten van de werknemer. Die ontslagkosten zijn op hun beurt aftrekbaar van de belastbare winsten.
Het voordeel voor u als werkgever bevindt zich in het bedrag van de intresten op de niet-betaalde fiscale last.
Berekening van de vrijstelling
Het bedrag van de vrijstelling is afhankelijk van het aantal dienstjaren van de werknemer:
3 weken loon per begonnen dienstjaar: voor werknemers vanaf het 6de tot en met het 20ste dienstjaar dat na 1 januari 2014 door de werknemer is begonnen;
1 week loon per begonnen dienstjaar: voor werknemers vanaf het 21ste dienstjaar dat na 1 januari 2014 door de werknemer is begonnen.
De formule om een weekloon te berekenen, gaat als volgt: (max. gemiddelde brutoloon x 3)/13.
Opgelet, het brutomaandloon dat als basis voor de vrijstelling wordt gebruikt is geplafonneerd en wordt als volgt in schijven in aanmerking genomen voor de fiscale vrijstelling:
Loonschijf tot 1.500 euro: het brutomaandloon mag volledig in aanmerking genomen worden;
Loonschijf van 1.501 tot en met 2.600 euro: 30% van het brutomaandloon mag in aanmerking genomen worden;
Loonschijf boven 2.600 euro: Mag niet in aanmerking genomen worden.
Schematische voorstelling:
Brutomaandloon | Percentage fiscale vrijstelling op brutomaandloon |
---|---|
Tot 1.500 euro | 100 % |
Van 1.501 tot 2.600 euro | 30 % |
Boven 2.600 euro | Geen vrijstelling |
De vrijstelling moet worden gespreid over vijf opeenvolgende jaren, telkens in schijven van 20% van het totale ondernemingspassief voor dat jaar.
Aanvraagprocedure
Om te kunnen genieten van deze vrijstelling moet bij de aangifte van de inkomstenbelasting van elk belastbaar tijdperk waarvoor de werkgever een vrijstelling wenst te verkrijgen, een lijst van de tewerkgestelde werknemers die in aanmerking komen worden voorgelegd aan de administratie via Belcotax-on-web.
Praktische toepassing – voorbeeld
Werkgever A heeft werknemer X in dienst, die op 1 januari 2016 in dienst is getreden en 3.500 euro bruto per maand verdient. Het bedrag van de belastbare winst die werkgever A in 2024 kan vrijstellen via de maatregel van het sociaal passief wordt als volgt berekend.
Gezien werknemer X op 1 januari aan zijn achtste dienstjaar in het eenheidsstatuut is begonnen, bedraagt de vrijstelling 3 weken loon.
Als we naar het voormelde schema kijken dan zien we dat het in aanmerking genomen loon geplafonneerd is op 1.830 euro, namelijk: 1500 euro voor de eerste schijf en 330 voor de tweede schijf.
Als we dan de formule van het weekloon toepassen en dit vermenigvuldigen x 3 (gezien de vrijstelling 3 weken loon bedraagt), dan komen we aan het bedrag van €1.267 euro vrijstelling.
Toepassing op voorbeeld: (1.830 x 3 weken/13 weken) x3 = 1.830 euro.
Werkgever X zal dus in 2024 van 20% vrijstelling kunnen genieten, gezien deze vrijstelling is gespreid over 5 opeenvolgende jaren, telkens in schijven van 20%.
Toepassing op voorbeeld: 1.267/100*20 = 253,40.
Vanaf 2024 tot en met 2028 zal werkgever X kunnen genieten van een sociaal passief van 253,40 per jaar.
Wanneer werknemer X de onderneming bijvoorbeeld in 2027 wenst te verlaten, dan moet het totale bedrag dat reeds is vrijgesteld voor 2024 tot en met 2027 terug worden opgeteld bij de winst voor het boekjaar van 2027. Het jaar waarin werknemer X de onderneming verlaat, daar kan geen vrijstelling van sociaal passief worden toegekend. Het resterend deel van de vrijstelling voor 2028 gaat dan verloren.
Gerelateerd nieuws
Toon alleBlijf op de hoogte
Ben je graag mee met wat er bij Daenens Payroll Services leeft?Laat je e-mailadres dan achter en we delen ons nieuws met je.