-

Paritair comité

Grondwettelijk Hof verwerpt beroep IT-ontwikkelaars tegen nieuwe regeling auteursrechten

In een Arrest van 16 mei 2024 heeft het Grondwettelijk Hof bevestigd dat de uitsluiting van softwareontwikkelaars en IT-bedrijven van het fiscaal gunstige regime van auteursrechten, het gelijkheidsbeginsel niet schendt. Dit betekent dus dat inkomsten die betrekking hebben op computerprogramma’s niet vergoed kunnen worden door middel van een vergoeding voor auteursrechten.

ACHTERGROND

Met de Programmawet van 26 december 2022 heeft de wetgever het toepassingsgebied van de fiscale gunstregeling voor auteursrechten beperkt. De bedoeling van deze wetswijziging was om de gunstregeling te beperken tot de artistieke sector.

Deze wetswijziging betekende een serieuze inperking van het toepassingsgebied waardoor vele sectoren waar het courant was om een deel van de verloning via auteursrechten te laten verlopen, uit de boot vielen. Zij konden vanaf 1 januari 2024 niet langer gebruik maken van dit gunstige systeem.

Enkele softwarebedrijven en IT-ontwikkelaars waren van mening dat het uitsluiten van computerprogramma’s van het toepassingsgebied van het gunstregime, discriminatie uitmaakte. In 2023 dienden zij een verzoekschrift in bij het Grondwettelijk Hof om deze beperking te vernietigen.

UITSPRAAK GRONDWETTELIJK HOF

Volgens het Hof heeft de wetgever een ruime beoordelingsvrijheid in fiscale zaken. Het Hof benadrukt dat de wetgever, met de bestreden bepaling, wil terugkeren naar de oorspronkelijke doelstellingen van de regeling van 2008, namelijk de toepassing van een passende fiscale regeling op inkomsten die op onregelmatige en wisselvallige wijze worden verkregen in het kader van artistieke activiteiten, en dat hij een einde wil maken aan de misbruiken van de fiscale regeling voor auteursrechten.

Het Hof merkt op dat de fiscale regeling voor auteursrechten berust op het vermoeden dat de betrokken inkomsten op onregelmatige en wisselvallige wijze worden verkregen. Het uitsluiten van computerprogramma’s van die regeling steunt op het idee dat dat vermoeden niet geldt ten aanzien van computerprogramma’s. Zij worden enkel gelijkgesteld met werken van letterkunde. Bovendien zijn zij onderworpen aan een bijzondere regeling die op verschillende punten afwijkt van het gemeen recht van het auteursrecht. Daaruit kan worden afgeleid dat de ontwikkeling ervan op algemene wijze past in het kader van stabiele economische relaties.

Volgens het Hof kon de wetgever er redelijkerwijs vanuit gaan dat er een risico van onzekerheid en wisselvalligheden bestaan met betrekking tot de inkomsten van de auteurs van werken van letterkunde en kunst, en niet – of in veel mindere mate – met betrekking tot de inkomsten van de ontwikkelaars van computerprogramma’s.

Het Hof is ten slotte van oordeel dat de bestreden maatregel geen onevenredige gevolgen heeft voor de ontwikkelaars van computerprogramma’s, noch voor de personen die zij tewerkstellen, in zoverre hij enkel tot gevolg zou hebben dat zij worden onderworpen aan de fiscale regeling voor de beroepsinkomsten.

Het Hof besluit dat de uitsluiting van de inkomsten die betrekking hebben op computerprogramma’s van de fiscale regeling voor auteursrechten redelijk verantwoord is.

Bron: Persbericht Grondwettelijk Hof Arrest 52/2024, www.const-court.be

Gerelateerd nieuws

Toon alle
Ben je graag mee met wat er bij Daenens Payroll Services leeft?
Laat je e-mailadres dan achter en we delen ons nieuws met je.