De bedrijfsfiets moet voortaan vermeld worden op de fiscale fiche

Werknemers of bedrijfsleiders kunnen bij de aanslag van de personenbelasting ervoor kiezen om hun beroepskosten forfaitair af te trekken of om hun werkelijke beroepskosten te bewijzen.

Wanneer ze ervoor kiezen om hun beroepskosten forfaitair af te trekken, dan verandert er niets.

Kiezen ze er echter voor om hun werkelijke beroepskosten te bewijzen, dan moeten ze finaal bij de aangifte toch belastingen betalen op het voordeel van de ter beschikking gestelde fiets.

Om de fiscus meteen alle informatie mee te geven, stelt een nieuwe circulaire dat voor alle bedrijfsfietsen vanaf 2024 een voordeel moet vermeld worden op de fiscale fiche.

Heeft dit een impact op de loonverwerking?

Neen. Het heeft maar een impact op het moment dat een werknemer of bedrijfsleider zijn belastingaangifte indient. De keuze tussen werkelijke of forfaitaire beroepskosten wordt niet gemaakt op het moment van de loonverwerking.

Hoe bepaalt u dit voordeel?

De raming van het voordeel moet gebeuren op basis van de werkelijke waarde. Het gaat in feite om de aankoop-of leasekosten inclusief BTW vermeerderd met eventuele kosten verbonden aan toebehoren en diensten zoals onderhoud en verzekering.

In geval van een aankoop, reken je de aankoopprijs van de fiets en toebehoren gespreid over vijf jaar. Gaat het om een lease, dan reken je de huur die je als werkgever betaalt op jaarbasis.

In de fiscale circulaire worden een aantal voorbeelden gegeven over hoe dit voordeel moet berekend worden.

Indien u een bedrijfsfiets ter beschikking stelt aan uw werknemer, vragen we om ons het bedrag zo snel als mogelijk te bezorgen zodat we ervoor kunnen zorgen dat we correcte fiscale fiches kunnen afleveren in 2024.

Bron: Circulaire 2024/C/22 over de vrijstelling van de fietsvergoeding en het voordeel dat voortvloeit uit de terbeschikkingstelling van een bedrijfsfiets, alsook over de beroepskosten verbonden aan het gebruik van de fiets voor woon-werkverkeer