Vervanging feestdagen en collectief verlof bouwsector

Een werknemer die in het voorgaande kalenderjaar (het vakantiedienstjaar) een volledig jaar voltijds heeft gewerkt, heeft in het daaropvolgende jaar (het vakantiejaar) recht op 20 wettelijke vakantiedagen. Voor deeltijdse werknemers en/of werknemers die tijdens het vakantiedienstjaar niet het volledige jaar hebben gewerkt, wordt het vakantierecht pro rata berekend. Deze wettelijke vakantiedagen kunnen eveneens collectief worden vastgelegd.

Binnen PC 124 worden sinds jaren op regionaal gebied (≠ cao) akkoorden afgesloten over het bouwverlof. Deze akkoorden zijn aanbevelingen van werkgevers- en werknemersorganisaties die de bedrijven kunnen (maar niet moeten) overnemen en die voor de bedrijven pas juridische waarde krijgen door overname ervan in het arbeidsreglement.

Op datum van publicatie van deze nieuwsbrief zijn de volgende akkoorden getroffen over het bouwverlof van 2026.

• Prov. Limburg: 13 juli 2026 t/m 31 juli 2026 (6 dagen vrij te nemen)

• Arr. Leuven: 13 juli 2026 t/m 31 juli 2026 en 9 april 2026 en 10 april 2026 (4 dagen vrij te nemen)

• Prov. Antwerpen:

  • hoofdaanbeveling: 13 juli 2026 t/m 31 juli 2026 (6 dagen vrij te nemen, geheel of gedeeltelijk, collectief of individueel in overleg met de werkgever)

  • ondergeschikte aanbeveling: 13 juli 2026 t/m 24 juli 2026 (11 dagen vrij te nemen, geheel of gedeeltelijk, collectief of individueel in overleg met de werkgever)

  • Indien in een bedrijf onenigheid zou ontstaan over de toepassing van de hoofd- of ondergeschikte aanbeveling en deze niet kan worden opgelost middels een regionale verzoening wordt de hoofdaanbeveling toegepast

• Prov. West-Vlaanderen: 20 juli 2026 t/m 7 augustus 2026 en 9 april 2026 en 10 april 2026 (4 dagen vrij te kiezen)

• Adm. arr. Brussel-Halle-Vilvoorde: 6 juli 2026 t/m 31 juli 2026 (1 dag vrij te nemen)

• Prov. Oost-Vlaanderen (m.u.v. kanton Lokeren): 13 juli 2026 t/m 3 augustus 2026 en 9 april 2026 en 10 april 2026 (3 dagen vrij te nemen – individueel in overleg met de werkgever)

• Kanton Lokeren: 20 juli 2026 t/m 10 augustus 2026 en 9 april 2026 en 10 april 2026 (3 dagen vrij te nemen – individueel in overleg met de werkgever)

• Prov. Waals-Brabant: nog niet bekend

• Prov. Henegouwen: nog niet bekend

• Arr. Luik-Huy-Waremme: nog niet bekend

• Prov. Namen: nog niet bekend

• Prov. Luxemburg: nog niet bekend

• Arr. Verviers: nog niet bekend

Arbeiders in de bouwsector hebben recht op 12 inhaalrustdagen per kalenderjaar. In 2022 heeft het paritair comité de data vastgelegd waarop de inhaalrustdagen in 2026 worden opgenomen.

Twee van de reeds vastgelegde inhaalrustdagen (7 en 8 april 2026) vallen echter buiten de schoolvakanties van het Franstalig onderwijs. Daarom werd beslist om de regeling voor deze twee inhaalrustdagen te wijzigen. Voor de vestigingseenheden in het Vlaamse Gewest en in de gemeenten die behoren tot de Duitstalige Gemeenschap worden de inhaalrustdagen in principe vastgelegd op 7 en 8 april 2026 (regime A). De vestigingseenheden in het Waalse Gewest (met uitzondering van de Duitstalige gemeenschap) volgen het regime B met inhaalrustdagen op 29 en 30 april 2026.

Deze ondernemingen kunnen op ondernemingsvlak kiezen voor het andere regime via de volgende procedure:

• indien er een syndicale afvaardiging aanwezig is in de onderneming, wordt dit samen in een schriftelijk akkoord met de syndicale afvaardiging beslist tegen 1 december 2025;

• is er geen syndicale afvaardiging, dan moet de werkgever, indien hij het andere regime wenst toe te passen, daartoe een beslissing nemen vóór 1 december 2025 en een bericht met deze beslissing aanplakken in de lokalen van de onderneming vóór 15 december 2025;

• de werkgever stelt Constructiv in kennis van het akkoord of de beslissing. De modaliteiten van deze kennisgeving worden door Constructiv gecommuniceerd;

• bij gebreke aan akkoord of beslissing om het andere regime toe te passen tegen de voormelde data, is het regime van de plaats van de vestigingseenheid van toepassing.

De ondernemingen in het Brusselse Gewest moeten op ondernemingsvlak een keuze maken tussen regime A of B via een specifieke overlegprocedure:

• indien er een syndicale afvaardiging aanwezig is in de onderneming, wordt dit samen in een schriftelijk akkoord met de syndicale afvaardiging beslist tegen 1 december 2025;

• is er geen syndicale afvaardiging of bij gebrek aan akkoord met de syndicale afvaardiging, beslist de werkgever vóór 15 december 2025 en een bericht met deze beslissing wordt in de lokalen van de onderneming aangeplakt voor de voormelde datum;

• de werkgever stelt Constructiv in kennis van het akkoord of de beslissing. De modaliteiten van deze kennisgeving worden door Constructiv gecommuniceerd.

In 2026 worden de inhaalrustdagen aldus vastgelegd op de volgende data:

• vrijdag 2 januari 2026;

• dinsdag 7 april en woensdag 8 april 2026, dan wel woensdag 29 april en donderdag 30 april 2026 (zie hierboven);

• vrijdag 15 mei 2026;

• maandag 21 december, dinsdag 22 december, woensdag 23 december, donderdag 24 december, maandag 28 december, dinsdag 29 december, woensdag 30 december en donderdag 31 december 2026.