Startbaanovereenkomsten - Startbaanverplichting

Deze aanwerving moet bovendien resulteren in een netto toename van het personeel; het mag dus niet ten koste gaan van ontslagen van andere werknemers. Er is echter één uitzondering: als een jongere van buitenlandse afkomst wordt aangeworven ter vervanging van een bruggepensioneerde, is dit toegestaan.

Om te weten hoeveel jongeren u moet aanwerven, is het belangrijk om een onderscheid te maken tussen de private profitsector en de private non-profitsector.

Profitsector

Werkgevers in de privésector zijn verplicht om jongeren met een startbaanovereenkomst aan te werven, en dit voor 3% van het personeelsbestand, berekend in voltijdse equivalenten, op basis van het volledige tweede trimester van het voorgaande jaar.

Non-profitsector

Werkgevers in de non-profitsector zijn verplicht om jongeren met een startbaanovereenkomst aan te werven, en dit voor 1,5% van het personeelsbestand, berekend in voltijdse equivalenten, op basis van het volledige tweede trimester van het voorgaande jaar.

Berekening personeelsbestand

Voor de berekening van de percentages van 3% of 1,5% worden jongeren die in het kader van een startbaanovereenkomst (inclusief jongeren onder de 19 jaar) tewerkgesteld zijn, niet meegeteld in het personeelsbestand. Sinds de afschaffing van de startbaankaart op 1 april 2010 wordt elke jongere met een arbeidsovereenkomst van minstens halftijdse omvang of met een leer-, stage- of opleidingscontract beschouwd als tewerkgesteld onder een startbaanovereenkomst, op voorwaarde dat dit correct is aangegeven op de DMFA.

Werknemers jonger dan 26 jaar die niet onder een startbaanovereenkomst vallen (bijvoorbeeld omdat hun arbeidsovereenkomst minder dan halftijds is) tellen sinds 1 januari 2004 mee voor de naleving van de startbaanverplichting. Ze blijven echter wel deel uitmaken van het personeelsbestand waarop de percentages van 3% of 1,5% worden berekend.

Berekening startbaanverplichting

Voor de berekening van het aantal aangeworven jongeren in het kader van de startbaanverplichting worden alle werknemers tot en met het kwartaal waarin zij 26 jaar worden, meegeteld. Alleen jobstudenten die niet onder de RSZ vallen (maar wel een solidariteitsbijdrage betalen) worden niet meegerekend.

De volgende jongeren tellen dubbel voor de berekening van de startbaanverplichting:

• Jongeren van buitenlandse oorsprong, jonger dan 26 jaar en werkzoekend;

• Gehandicapte personen, jonger dan 26 jaar en werkzoekend.

• Alle SBO type 2 en 3

Vrijstelling van de startbaanverplichting

Er bestaan een aantal mogelijkheden om een volledige of gedeeltelijke vrijstelling van de individuele aanwervingsplicht van jongeren te bekomen.

Volgende sectoren zijn vrijgesteld van de startbaanverplichting (tot en met 31/12/2025)

• Papiernijverheid (PC 129 en 211)

• Stoffering en houtbewerking (PC 126)

• Textielnijverheid (PC 120 en 214)

• Wegvervoer (PC 140.03)

• Voedingsnijverheid (PC 118 en 220)

Volgende werkgevers kunnen een vrijstelling aanvragen

• Ondernemingen in moeilijkheden of in herstructurering

• Ondernemingen die een geleidelijke afbouw van het personeelsbestand heeft gekend gedurende ten minste de laatste 4 kwartalen (pas na aanvraag bij FOD WASO)

• De seizoenswerkgevers na het volgen van een specifieke goedkeuringsprocedure bij de FOD WASO

• Een groep van ondernemingen, na het volgen van een specifieke goedkeuringsprocedure bij de FOD WASO

• Een gefusioneerde onderneming, na het volgen van een specifieke goedkeuringsprocedure bij de FOD WASO

• Een gesplitste onderneming, , na het volgen van een specifieke goedkeuringsprocedure bij de FOD WASO

• Ondernemingen die minstens 2/3e van de startbaanverplichting invullen door stageplaatsen kunnen een vrijstelling krijgen voor het overige 1/3e

Sancties bij het niet-naleven van de startbaanverplichting

De sancties bij het niet-naleven van de startbaanverplichting zijn tweeërlei:

• Betalen van een geldboete van 75 EUR per dag per jongere die hij niet in dienst heeft of per werknemer die hij ontslagen heeft om de tewerkstelling van de startbaners te compenseren;

• Niet toepassen van de doelgroepvermindering “jonge werknemers”