Retroactieve aanpassing van de regels voor forfaitaire verblijfsvergoedingen bij buitenlandse dienstreizen en beroepsmatige verblijven van meer dan 30 dagen

Minimumduur van buitenlandse dienstreis

Tem. 31 december 2024 : Bij dienstreizen waarbij de vertrek- en terugkeertijd binnen hetzelfde etmaal vielen, werd het volledige bedrag van de dagelijkse forfaitaire verblijfsvergoeding (categorie 1) als eigen kost van de werkgever of vennootschap aangemerkt, mits de afwezigheid minimaal 10 uur duurde.

Retroactief vanaf 01/01/2025: De vereiste minimumduur van 10 uur vervalt. Dit betekent dat het volledige forfaitaire bedrag nu ook kan worden toegekend bij kortere afwezigheden binnen hetzelfde etmaal.

Dagen van vertrek en terugkeer

Tem. 31 december 2024: Bij dienstreizen van meer dan één etmaal en bij beroepsmatige verblijven langer dan 30 dagen werd voor de dagen van vertrek en terugkeer slechts 50% van de dagelijkse forfaitaire verblijfsvergoeding als eigen kost aangemerkt. Er werden geen procentuele verminderingen toegepast op deze halve dagvergoedingen.

Retroactief vanaf 01/01/2025: De forfaitaire verblijfsvergoeding hoeft niet meer gehalveerd te worden voor de dagen van vertrek en terugkeer. Voor deze dagen geldt echter dat er wel procentuele verminderingen moeten worden toegepast als de huisvestingskosten door de werkgever of vennootschap worden terugbetaald of gedragen, en deze kosten ook maaltijden of kleine uitgaven omvatten.