-

Over payroll services

Rechtspraak in de kijker: Het recht op een bepaald loon is afhankelijk van de werkelijk uitgeoefende functie en wordt niet beïnvloed door het diploma

Op 12 maart 2025 velde het Arbeidshof een oordeel waarbij er werd gesteld dat een loon afhankelijk is van de werkelijk uitgeoefende functie, en niet beïnvloed wordt door het diploma. Dit arrest kwam er naar aanleiding van een geding dat werd ingeleid door een werkneemster en haar vakbond die van mening waren dat ze voor een bepaalde periode in haar carrière, te weinig loon zou hebben ontvangen. In eerste aanleg werd de werkgever veroordeeld tot het betalen van het verschuldigde loon, maar de werkgever ging tegen dit vonnis in beroep. Het was het hof die hierin een andere mening uitte.

De feiten

In 2013 werd een psychologe aangenomen met een vervangingsovereenkomst en dit in het kader van een vaste psychologe die arbeidsongeschikt was. Deze overeenkomst eindigde dan ook wanneer de vaste werkneemster het werk terug aanvatte. De vervangende werknemer tekende de dag erna een overeenkomst voor onbepaalde duur als begeleidster. Hierin werd bepaald dat de verloning overeenkomstig het COCOF-barema zou worden toegepast.

Een geruime tijd later werd de werkneemster verwijderd van de werkvloer wegens zwangerschap en nam ze aansluitend moederschapsverlof en borstvoedingsverlof. Het was tijdens deze schorsing van haar arbeidsovereenkomst dat ze de werkgever contacteerde via haar vakbond omdat ze de loonschaal waaronder ze viel, betwiste. Daarbij motiveerde de werkneemster dat ze eigenlijk recht zou hebben op de loonschaal voor de functie van psychologe.

Beide partijen konden niet tot eensgezindheid komen, waardoor een geding werd ingeleid. De werknemer beëindigde ook de arbeidsovereenkomst met haar huidige werkgever op hetzelfde moment.

Zoals hierboven uiteengezet, willigde de rechtbank de vordering in en veroordeelde de werkgever tot het betalen van de gevorderde bedragen.

De werkgever liet het hier niet bij en tekende hoger beroep aan.

Het hof bekeek de volledige zaak opnieuw en baseerde zich vooral op de manier waarop een loon wordt vastgesteld. Er wordt verwezen naar art. 3bis van de Loonbeschermingswet waarin men stelt dat het bedrag van het loon in principe tot de wilsautonomie hoort van de partijen. Verder stelt het hof ook dat het minimale baremieke loon dat van toepassing is, moet worden vastgesteld in licht van uitgeoefende functie. Het feit dat iemand houder is van een diploma, betekent niet dat die werknemer recht heeft op het loon bepaald voor deze personeelscategorie. De werknemer moet de betreffende functie effectief uitoefenen om recht te hebben op dat loon. Het hof willigt het hoger beroep, ingesteld door de werkgever, dus in.

Bron: Arbh. Brussel, 12 maart 2025, AR 2021/AB/762

Gerelateerd nieuws

Toon alle
Ben je graag mee met wat er bij Daenens Payroll Services leeft?
Laat je e-mailadres dan achter en we delen ons nieuws met je.